Jacqueline de Jong, la derivée qui détourne les Situationistes.
“I am proud you call us gangsters, nevertheless you are wrong. We are worse we are Situationists!”
Met deze woorden opent Jacqueline de Jong (1939) het vuur naar Guy Debord, Franse schrijver en filmmaker in het eerste nummer van haar tijdschrift The Situationist Times, uitgegeven in 1962. De Jong, amper 22 jaar, protesteert in elf handgeschreven pagina’s tegen de manier waarop Debord, leider van de Situationiste Internationale (S.I.) de leden van het Duitse collectief Gruppe SPUR uitsluit van deze internationale artistieke-politieke protestbeweging, voorloper van de protestbewegingen Mai ’68. Deze handgeschreven pagina’s getiteld “Critic on the political practice of Détournement” zijn een onderdeel van wat ik het grotere kunstproject zou willen noemen, namelijk het Engelstalige The Situationist Times. De titel van De Jongs werk geeft al een voorzetje; zij bekritiseert het fenomeen en de praktijk van le détournement. Ik ga onderzoeken hoe De Jongs protest er uit ziet en hoe het deel uitmaakt van het grotere geheel, het tijdschrift The Situationist Times. Daarbij zal ik vooral inzoomen op het eerste nummer van dit blad.
Om precies te begrijpen waarom we hier kunnen spreken van protest, is het van belang een historische context te schetsen. De Situationisten zijn een groep avant-garde kunstenaars, intellectuelen en politicologen uit verschillende Europese landen. De beweging is opgezet in 1957 in Italië, maar wordt later geleid door Guy Debord, vanuit Parijs. Zij verzetten zich tegen de massaconsumptie en de maatschappij van de jaren zestig en zijn er op uit om die op cultureel en politiek gebied op te schudden door het creëren van ontregelende situaties, zogenaamde happenings. Volgens hen kan dat door methodes te gebruiken zoals le dérivé (op drift raken); een techniek om snel door gevarieerde passages te gaan, bijvoorbeeld een ongepland tochtje door een urban landschap, of door middel van le détournement (kaping, omleiding); een methode om een nieuw of oud kunstwerk te integreren in een nieuwe constructie of andere omgeving om zo een variatie, een op drift geraakt kunstwerk te creëren.[1] De naam situationisme komt van het idee dat elke generatie zich in een situatie bevindt, die ontstaan is door de vorige generatie en waartegen zij zich moet verzetten.
Het tijdschrift The Situationist Times ontstaat op initiatief van De Jonge, als aanvulling op de Franstalige Situationiste Internationale, maar verschilt al snel van het origineel. Het eerste nummer uit 1962 gaat uitgebreid in op het proces van het kunstenaarscollectief Gruppe SPUR, die is aangeklaagd in Duitsland wegens onzedelijkheid van hun tijdschrift. Debord besluit onmiddellijk de hele groep, zonder enige vorm van discussie uit te sluiten van de S.I. Een conflict volgt en ook De Jong verlaat de beweging. De Jong gaat de confrontatie met Debord aan en verzet zich middels haar artikel in The Situationist Times, een handgeschreven tekening, een pamflet. We zien grote letters, kleine letters, vet geschreven letters, schuin geschreven letters, alles door elkaar. Woorden zijn doorgehaald. Her en der zien we kleine tekeningetjes, soort krassen. Af en toe duikt er een woord naar voren, of achteren. We zien onderstreepte zinnen, woorden tussen de zinnen geplakt. Woorden in cirkelachtige bewegingen, als een stortvloed van zinnen. Zo geeft De Jong uiting aan haar boosheid. Het geheel is bijna onleesbaar. Sommige stukken zijn gelukkig wel leesbaar. Ik citeer enkele zinnen die van belang zijn:
“…Why is a protest against a non-accepted political action of four members an accusation against the entire I.S. movement? What the hell is left of the IS as a movement if the establishment of an organisation comes to that point where open protest against this establishment seems to be considered as against the movement? I don’t believe that these purely political activities which have been made will ever be able to detourne what is and will always be the I.S., even with the detournement of its own texts it will always have its misunderstandings and contradiction and will always need them….. The continual process of inclusions and exclusion of the I.S. have, after the last events, come to the point where the I.S. has to be considered either as an avantgarde school which has already produced a series of first-class artists thrown out after having passed through their education OR as an anti-organisation based upon new ideology which is situationist and which has not yet found in details its clear formulations in the fields of science, technique and art. The Situationistic notion cannot be on art, it is an ideological and elaborative development. Everybody who develops theoretically or practically this new unity is automatically a member of the situationist international and in this perspective the Situationist Times.”[2]
De Jong is boos. Boos op Debord. Boos op de interne gang van zaken binnen S.I. Boos op de manier waarop Debord de situatie verdraait (detourne). Boos over Debords mening omtrent de rol van kunst. Kunstenaars moeten volgens hem een revolutie teweegbrengen, activisten worden en geen kunst verkopen aan kapitalisten. En ze staat in haar boosheid niet alleen. Dit kunstwerk van De Jong kan dan ook niet in isolatie worden gezien en om het goed te kunnen begrijpen en waarderen zal het in grotere geheel van The Situationist Times moeten worden beschouwd en geanalyseerd. Multikunstenaar De Jong (beeldend kunstenaar, schilder en graficus) verheft het tijdschrift tot een meertalig interdisciplinair kunstproject. Zij verzamelt werk dat wordt aangeleverd door meerdere S.I.-kunstenaars; gedichten, schetsen, artikelen, muziekcomposities. De Jong redigeert, tekent, vult aan en print. Het eerste nummer is een oord van debat en conflict. Het bevat het hele integrale proces van Gruppe SPUR in het Duits, de zogenaamde pornografische tekening uit het tijdschrift SPUR en het antwoord van de Duitse kunstenaars op de uitkomst van het proces in de vorm van een pamflet, modificaties van foto’s van sculpturen van Serge Vandercam (België) door De Jong een Theo Wolvenkamp (Nederland) samen, een collage van Max Bucaille (Frankrijk), een muziekcompositie van Peter Schat (Nederland), een Surrealistische tekenoefening à la cadavre exquis door Theo Wolvencamp en De Jong samen, tekeningen van Serge Vandercam (België), een algebraïsche tekst ‘le problème du point’, het pamflet ‘Nicht Hinauslehen’ door Debord en de rest van de Conseil Generale van de S.I. Van het eerst nummer worden duizend kopieën gedrukt, in een kleine printshop in Hengelo, De Jongs geboorteplaats. Negentig stuks bevatten een lithografie. Saignant detail is dat het geprint wordt op papier dat normaliter gebruikt wordt voor drukwerk van de plaatselijke gereformeerde Protestantse kerk. De kaft is van rood inpakpapier, geïnspireerd door de gebruiken van typograaf Willem Sandberg, toenmalig Directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, waar De Jong werkte.
Maar wat gebeurt hier nu eigenlijk precies? Als we uitzoomen zien we dat De Jong zich af zet tegen een interne beslissing van S.I., tegen wat zij de non solidariteit van S.I. met Gruppe SPUR noemt.[3] Zij vecht voor een bredere rol van de kunstenaar dan alleen die van activist. Zij doet dat op een kunstzinnige manier, middels protest in het eerste nummer van The Situationist Times en weet zich daarbij omringd en gesteund door grote internationale Avantgardistische kunstenaars die haar proteststem nog luider maken. In nauwe samenwerking met de Franse patafysicus[4]Arnaud Noël als co-redacteur, gebruikt De Jong bestaande teksten, beelden en composities die ze soms integraal print, soms ‘kaapt’ door gebruik te maken van de techniek van le détournement. Kortom, dit eerste nummer is geen stille getuige meer, maar bevestigt en documenteert voor de eeuwigheid een schisma binnen de Situationistische Internationale.[5] Het is een protest tegen een protestbeweging en voldoet zo aan de eeuwige constante van voortdurende maatschappelijke revolutie. De Jongs werk is hèt voorbeeld van een op drift geraakte Situationiste. Elle est la derivée par excellence qui détourne les Situationistes!
[1] Guy Ernest Debord en Gil J. Wolman, Gil J., “Mode d’emploi du détournement”, Les Lèvres Nues 1, (1956).
[2] Jacqueline De Jong en Arnaud Noël, “Critic on the political practice of Détournement”, The Situationist Times 1, (1962).
[3] “These are situationist times’, geraadpleegd 8 juni 2021 https://www.stedelijk.nl/en/digdeeper/these-are-situationist-times.
[4] Patafysica is een absurdistische parodie op de moderne wetenschap, die met onzinredeneringen filosofeert wat achter de metafysica ligt.
[5] Ellef Prestsæter, “How to read the Situationist Times’, in Pinball Wizard: A Work and Life of Jacqueline De Jong, Amsterdam: Stedelijk Museum, (2019).